Kamerbrief over stand van zaken nieuwbouw kerncentrales

Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) stuurde vrijdag 22 november een Kamerbrief over de stand van zaken van de nieuw te bouwen kerncentrales. In deze brief geeft de minister een update over de voorbereidingen op de bouw van de eerste twee kerncentrales. Ze gaat onder meer in op de marktconsultatie, de stand van zaken van de technische haalbaarheidsstudies, het betrekken van de Nederlandse maakindustrie, de volgende stap in de projectprocedure, het Rijk-Regiopakket, de integrale benadering en de opbouw van een projectorganisatie. Ook licht ze de eerste voorbereidingen voor de realisatie van een derde en vierde kerncentrale toe. Het is een lange brief. Hieronder een samenvatting van de belangrijkste punten en link naar de volledige Kamerbrief.

Lees de volledige Kamerbrief

Hieronder een samenvatting van de belangrijkste punten uit de brief:

Financiering

In een marktconsultatie werden, samen met de drie mogelijke bouwers (Westinghouse, EDF en KHNP) en financiële instellingen, mogelijkheden verkend voor een financieringsmodel voor de nieuwbouw van kerncentrales. Conclusie: de overheid zal naar verwachting het grootste gedeelte van de bouw moeten financieren. De omvang van de benodigde investering voor de bouw van de kerncentrales in Nederland is nog niet bekend. De eerste inzichten daarvoor volgen uit de technische haalbaarheidsstudies en de onafhankelijke review daarvan. De inschatting is dat de gereserveerde financiële middelen in het Klimaatfonds onvoldoende zijn voor de bijdrage van de Nederlandse overheid in de financiering. De komende maanden werkt het kabinet de verschillende financieringsopties verder uit.

Technische haalbaarheidsstudies

In technische haalbaarheidsstudies hebben de drie mogelijke bouwers onderzocht of hun ontwerp voor de kerncentrales voldoet aan de Nederlandse wet- en regelgeving, ze passen op de EPZ-terreinen, wat de benodigde bouwtijd is en wat de kosten zijn.

Op dit moment controleert een onafhankelijke partij, ingenieursbureau Amentum, de conceptresultaten van de technische haalbaarheidsstudies en de marktconsultatie. 

Inpassing kerncentrales

De minister laat weten dat de inpassing van twee kerncentrales op de EPZ-terreinen ruimtelijke uitdagingen met zich meebrengt. Ze concludeert dat ze dus ook binnen de andere gebieden in de projectprocedure (Maasvlakte I, Maasvlakte II en Terneuzen) moet kijken naar locaties die met verregaande maatregelen (zoals het verleggen van infrastructuur of verplaatsing van bedrijven) geschikt gemaakt kunnen worden. 

Betrekken Nederlandse maakindustrie

De minister is een verkenning gestart van de mogelijkheden voor het betrekken van de Nederlandse (maak)industrie. De drie mogelijke bouwers nemen als vervolg op de studies contact op met Nederlandse bedrijven. Dit levert uiteindelijk een overzicht op van bedrijven die mogelijk kunnen bijdragen aan de bouw. 

Projectprocedure (locatiebepaling)

De nu lopende projectprocedure Nieuwbouw Kerncentrales leidt tot de keuze van de locatie voor de nieuwbouw van de eerste twee kerncentrales. In de procedure wordt binnen vier gebieden naar mogelijke locaties voor de nieuwbouw gezocht: Sloegebied, Terneuzen, Maasvlakte I en Maasvlakte II. Deze locaties worden onderzocht op milieueffecten en gewogen. 

De volgende stap in de procedure is de terinzagelegging van het onderzoeksplan (de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau) en het participatieplan. In deze documenten wordt beschreven welke locaties nader worden onderzocht en hoe de omgeving betrokken wordt bij de besluitvorming. Dit gebeurt later dan gepland, zo snel mogelijk in 2025. De reden hiervoor is dat de minister onderzoekt of het mogelijk is om, en zo ja op welke gronden, Eemshaven buiten de procedure te laten zonder dat dit leidt tot onaanvaardbare (juridische) risico’s rond de voorkeursbeslissing en het projectbesluit.

Rijk-Regiopakket 

Het ministerie van Klimaat en Groene Groei, de provincie Zeeland en gemeente Borsele werken samen aan een Rijk-Regiopakket. In dit pakket spreken de partijen maatregelen af die de impact op de leefomgeving verminderen en een impuls geven aan de regio. De basis hiervoor zijn de Borselse en Zeeuwse voorwaarden met voorwaarden voor de mogelijke komst van grote energieprojecten in de regio, waaronder twee nieuwe kerncentrales. 

Op dit moment werkt het ministerie enkel met de provincie Zeeland en de gemeente Borsele aan een Rijk-Regiopakket, omdat Borssele eerder is aangewezen als voorkeurslocatie. 

Om het Rijk-Regiopakket goed vorm te geven, is een intentieverklaring ondertekend en Raymond Knops als gebiedsverbinder aangesteld. Knops vervult een onafhankelijke brugfunctie tussen de verschillende partijen om tot een Rijk-Regiopakket te komen. Op korte termijn presenteert hij zijn eerste bevindingen.

Mocht de keuze voor de bouw van twee kerncentrales op een andere locatie vallen, dan gaat het kabinet met die betreffende regio in gesprek over een Rijk-Regiopakket.

Integrale benadering

De minister gaat in de brief ook in op de behoefte vanuit de regio aan een integrale benadering van Rijksopgaven in de energietransitie. Ze beseft dat de effecten op de ruimte en de leefomgeving groot zijn. Ze wil daarom samen met de regio, binnen NOVEX-verband, werken aan samenhangende ruimtelijke afwegingen. Vervolgens staat ze samen met de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor de uitdaging om in de besluitvorming de raakvlakken en spanningsvelden in samenhang af te wegen. 

Opbouw projectorganisatie 

Het contracteren van een bouwer moet gebeuren door een zelfstandige entiteit. De oprichting hiervan neemt enkele jaren in beslag. Inmiddels is als voorloper een projectorganisatie opgericht. Een kwartiermaker gaat aan de slag met het vormgeven van de projectorganisatie. Ook is een team aangesteld dat de benodigde expertise aantrekt. 

Voorbereidingen derde en vierde kerncentrale

Het huidige kabinet kiest voor de bouw van in totaal vier kerncentrales. Net als bij kerncentrale 1 en 2 is het idee om 3 en 4, vanuit kostenbesparing, tegelijkertijd te bouwen. Ook bij 3 en 4 kiest de minister voor al vaker gebouwde generatie III+ reactoren, waardoor realistische planningen en kosteninschattingen gemaakt kunnen worden. Ook zijn de ervaringen in de voorbereidingen van kerncentrale 1 en 2 te benutten. Zo is bijvoorbeeld een groot gedeelte van de resultaten van de technische haalbaarheidsstudies ook bruikbaar voor andere locaties in Nederland, zoals wet- en regelgeving, economische aspecten en een deel van het ontwerp. 

De waarde van vier kerncentrales voor het energiesysteem als geheel wordt nader uitgewerkt. Dit gebeurt via de actualisatie van het Programma Energiehoofdstructuur (PEH) en het herzien van het waarborgingsbeleid. Zodra er meer helderheid is over een mogelijke locatie voor de bouw van een derde en vierde kerncentrale zal ook in die regio een verkenning volgen van wensen en voorwaarden en inwoners betrokken worden bij het traject. 

Planning

De minister geeft aan dat er op dit moment maximaal wordt versneld op de voorbereidende werkzaamheden door verschillende werkzaamheden parallel uit te voeren. De resultaten van de screening van de technische haalbaarheidsstudies en marktconsultatie moeten nader inzicht bieden in de planning van de vervolgstappen richting besluitvorming en uitvoering. Richting het tweede kwartaal van 2025 verwacht de minister hierover duidelijkheid te geven.